Schrijverkes of Nonnekes
Thuis noemden we ze “Nonnekes”.
Niks te maken met religieuzen of zo, wel met de grachten en beken waartussen wij opgroeiden en waaruit wij met potjes allerlei wezens schepten, zelfs visjes. Kikkerdril was het makkelijkst, dat ligt daar maar wat te puddingen. Maar visjes, hoe klein ook, waren het moeilijkst. Ik bakte er niks van maar gelukkig had ik een grote broer.
Man, die kon scheppen. Visjes, bedoel ik dan, nu schept hij alleen nog “op”!!!
In het schooltje van Stevensvennen leerden we later dat het eigenlijk “Schrijvertjes” waren. Officieel!
Heb je nu al enig idee waar ik het over heb?
Lees [of luister] er Guido Gezelle, “Volledig Dichtwerk” pagina 43, maar eens op na:
O krinklende winklende waterding
Met ‘t zwarte kabotseken aan,
Wat zien ik toch geren uw kopke flink
Al schrijven op ‘t waterke gaan!
Dat zijn de eerste vier regels van dit lange gedicht waarmee Vlaanderens dichter “nummero uno”, Guido Gezelle, het leven beschrijft van het kleine zwarte watertorretje dat kringetjes maakt op het wateroppervlak.
Jeugdherinneringen, want jaren en jaren heb ik het diertje, het kleine beweeglijke knopje, niet meer gezien.
Maar het bleef toch in ons collectief geheugen dankzij de onvergetelijke song van Will Ferdy met de volledige tekst van Guido Gezelle’s gedicht!
Mooi, want daardoor kunnen wij nu hele stukken van het gedicht nog zingen ook!
Het is dus een klein zwart insektje ter grootte van het bolletje achterop de spelden waarmee moeder werkte om bijvoorbeeld een broekspijp in te korten.
En die beestjes kunnen kronkelingen maken op het wateroppervlak.
Ongelooflijk!
Ik heb er, een tiental jaren geleden, nog enkele in mijn tuinvijver gehad. Spontane poging van moeder natuur, maar helaas … het is bij dat ene jaar gebleven. Te zuur? Te base? Te dicht bij mij?
Maar dan opeens, op één van mijn donderdagochtend wandelingen met Zanelletje, mijn viervoetig wandelmaatje, bleef ik vol verwondering staan gapen naar het water van een beekje dat wij overstaken:
NONNETJES!!!
Gek eigenlijk hoe een mens eerst naar zijn “moerstaal” grijpt bij dergelijke ontmoetingen. Pas daarna kwam de tekst van het krinklende winklende waterding!!!
Lang heb ik in vervoering naar hun dans op het water staan kijken. Zanel keek me aan met ogen die zeiden: nu wordt hij oud, zolang rusten we anders nooit!
Het was ook niet niks wat ik daar opmerkte hoor!
Ik citeer hiervoor de laatste vier regels van Gezelle’s gedicht:
Wij schrijven, en kunt gij die lesse toch
Niet lezen, en zijt gij zo bot?
Wij schrijven, herschrijven en schrijven nog,
Den heiligen Name van God!
Gij wel! Niks schrijven hoor, gewoon hitsig gekronkel van de mannetjes die achter de wijfjes aanzitten. Heus, het leek de meute op tomorrow-land wel!
En de wijfjes maar net doen of ze er niet van gediend waren. Maar toch verdwijnen ze dan samen onder de bladeren van de overhangende varens!
En wat daar gebeurt, wel daar heb ik alleen het raden naar. Ik ben discreet en respecteer hun privacy!
Nonnekes … laat me niet lachen, voortaan zijn het “schrijvertjes” en ook daar schiet de benaming tekort. Over naar de Latijnse naam dan: Gyrinnus Natans!
Gyrinnus voor de vrienden!
Niks schrijven, niks religieus, gewoon: l’amour.
Ook hier weer is de liefde de drijfveer achter zoveel natuur.
Gedurende meerdere weken heb ik hun bewegingen geobserveerd die zomer en herfst en ik merkte dat ze het actiefst zijn bij zonnig weer. En het hele amoureuze gekronkel duurt niet zo lang.
Verliefd, verloofd, getrouwd?
Later, op het einde van de zomer begint het opnieuw maar ditmaal in de omgekeerde richting!
Ze dansen nu van elkaar weg! Alsof ze het nu wel gehad hebben met dat partnergedoe!!!
Gescheiden?
Ze hebben gelijk. Je kan je beter alleen voorbereiden op de lange winter, al moet gezegd dat iemand “lepeltje lepeltje” naast je in bed heerlijk kan zijn!
Hoewel … de winter kan wel erg lang duren!!!
Groetjes vanuit mijn zieltje dat erg opgetogen is met het herstel van de natuur en de wedergeboorte van dit wezentje dat ook onze jeugd kleurde;
vanuit mijn hartje dat steeds de waterkanten liefhad en vol herinneringen terugblikt op alles wat we daar ooit hebben uitgevreten;
en vanuit mijn buikje dat momenteel lichtjes pijn doet want ik ben verdorie in slaap gevallen met het lijvige boek “Volledig Dichtwerk” van Guido Gezelle op mijn buik! En dat terwijl op bladzijde 394 “Boerke Naas” zijn zevenschot boven haalde en tegen de domme rover sprak:
Ik schiet, van als gij nader komt
Uw dommen kop in gruis
En, zoo gij Naas nog rooven wilt,
Laat uw verstand niet thuis!
O zo mooi al die herinneringen aan de nonnekens. En er was een beek waar we van ons ma niet in mochten maar ………… daar waren de nonnekes en toch erin met als gevolg een knappe snee in mijn voet. Weet je nog ?
En dat gedicht van Boerke Naas is ook een cursiefje waard. ❤️
Wij zeiden schrijvers, nonnekes hoor ik hier voor het eerst.
Vaak had je op het water van die schaatsers en die noemde wij ‘schoenmakers’.
Waar die benaming van komt heb ik geen idee.
Maar het doet idd deugd aan ons hartje die dingen weer te mogen waarnemen en ja met het ouder worden zijn we nostalgischer maar dat is juist het mooie aan onze leeftijd om de echte rijkdom te zien in de kleine dingen.
Nog een tof pinksterweekend.
Nelly.
Nonnekes of Schrijverkes … maakt écht niks meer uit. Ze zijn erg moeilijk te spotten waar ze vroeger overal te bewonderen waren.
De herinneringen blijven, als je hart ervoor open staat!
Dank je.
Hallo Frans,
Ja … nonnekes, zo leer je nog eens wat. Of: hoe ons “Stevensvennes” dialect afwijkt van het “Lommels”.
En die schaatsers van jou zijn eigenlijk “schaatsenrijders”. Waar jullie ze “Schoenmakers” noemden waren dat bij ons “Kleermakers”.:.
Mooie dingen zijn het, om uren naar te kijken. Maar ze hebben het helaas zo moeilijk om te blijven bestaan. Slachtoffers van de menselijke “vooruitgang”.
Jammer.
Dank je Frans.
Prachtig weergegeven. Ook soortgelijk iets beleefden wij in de watering in de Kolonie. NONNEKES maar ook kikkers waartussen wij zwommen in het Foseke in een korte witte onderbroek want een echte zwembroek hadden wij toen niet. Kwestie van plan trekken. Danke Zjoetjes voor het toezenden.
Dag Rik.
Fijn hoor om jou hier te ontmoeten. En al die lof, dank je. Van een schrijver als jij (tenslotte gaf jij al meerdere boeken uit) gaan dergelijke woorden mijn neus laten krullen van trots.
Maar ik ben ook trots op jou Rik, tenslotte op jou leeftijd nog beginnen internetten, chapeau! En kijk eens wat je allemaal al kan en doet!
Hou je gezond en hopelijk zien we elkaar spoedig. Terrasjes mogen weer hé!!! Wanneer spreken we weer eens af?
waar is de tijd dat wij in het venneke een lager gelegen stukje weide gingen kijken naar de tekeningetjes op het water en ossekloskes vangen (dikkopjes) zalige tijd !maar heeeeel lang geleden nu lopen de achterklein kindjes hier al rond grt louis en lena
Fijn dat de kleinkinderen bij jullie rondlopen! Maar leer hen aub wat dikkopjes, nonnekes, schaatsenrijders, libellen, meikevers, vlinders, rupsen, … zijn. Doe dat het liefst buiten in de mooie natuur, véél beter dan op het schermpje van hun smartphone!
Respect kan je pas hebben voor iets wat je kent, zo ook met onze natuur!
Dank je voor de reactie!
Wat een misleidende titel !! Woordspelers door middel van nonnen
vrouwelijk voorstellen ! ‘k Dacht dat je me die stempel gaf … tot ik verder las.
Inderdaad onze generatie trok nog langs grachten, door beken en naar putten,
want ‘vennen’ kennen wij hier niet. Ik pakte er puiten – geen peut, want dat is Antwerps –
en ik deed ze mee naar school voor de dissectie in de les natuurkunde.
Bij mijn zoektocht naar de schrijfwijze van het West Vlaams ‘puit’ kwam ik nog iets voor mij onbekends tegen. ‘k Heb het uitgeprobeerd en ’t is waar wat er staat :
West Vlamingen spreken de ‘h’ niet uit en opvallend, de ‘g’ spreken ze uit als een ‘h’, maar
een poging tot een ‘h’ geeft een vreemde keelklank zodat het meer een ‘ch’ of een ‘g’ lijkt
te zijn. Dus “dank zij de geilige heest kunnen zij altijd rekenen op de gulp van hod”……
De rasechte Bruggeling Guido Gezelle keek naar de natuur, zoals de Dirk Draulans van nu.
Een torreke, het ‘schrijverke’ wel, maar nonnekes kende ik niet.
Hier en daar doorspekte Gezelle zijn geschrijf met een typisch Brugs woordje zoals hieronder
……….. En ’t krinklende winklende waterding,
………… met ’t zwarte kapoteken aan,
In de vooravond zeggen nu nog, menige Brugse huismoeders tegen hun dochters :
“Trek maar alvast je kapoote aan…..” .
Voor jou een misleidend einde, voor de tijd dat ik erin stak bij het ontcijferen van je
misleidende titel ! 🙂 🙂
Lucrèce toch! Niks misleiding hoor, misschien toevallig wel, maar ik had er niks kwaads mee voor!
Alleen onze Vlaamse rijkdom aan dialecten zaait wel eens meer verwarring zoals met jet “puit” en de Antwerpse “Peut”. Allemaal voor het zelfde diertje dat wij in de Limburgse Kempen zelfs “Kwaakvors” noemen. Maar voor wat “Gulp van Hod” hebben we echt geen “Geilige Heest” nodig.
Misschien wel een “Kabotseken”.
In alle geval: dank je voor je leuke reactie.
En ook dank aan “Huido Hezelle”
Nonnekes…. schrijverkes ….. ik ken ze zeker wel. Al was ik een klein manneke. Ma ik heb nooit geweten hoe ze hebben geheten. En volgens mij heb ik deze een jaar of 3 geleden nog bij ons in het zwembad gehad. ik heb daar zelfs nog een foto van, me dunkt. Al bij al een vinnig beestje. Probeer het ma is te vangen. Die duikt gewoon weg he, naar de bodem. Dus proberen we het maat met een netje te vangen. De aanhouder wint! Dan gooi ik ze in de sloot voor het huis. Want toch, het blijft een insect. Fijn dat je daar zo een heel stukje aan kan schrijven. Netjes. 🙂 ik ga er in ieder geval terug meer op letten als ik op het water enig insect zie kruipen ( Woow, een waterspin…) Dat is echt iets voor onze Jasper, die zou zich daar ook mee in kunnen uitleven. Als ik terug denk aan Frankrijk waar de gasten in een stromend beekje van een uitgedroogde rivier met een netje visjes en dergelijke aan het vangen was… zalige momenten waarover je jaren en jaren later weer zal praten als je die foto’s terug ziet bij een lekkere kop koffie en enig gerstenat! Dit “schrijverke” bedankt je alvast om deze info te delen en je er weer van laat gewaar worden dat de natuur vele mooie dingen te bieden heeft. Hoe klein of groot dan ook …. Bedankt en tot snel…. After Corona… C u !!!
Hey Alex!
Fijn hoor dat jij ook oog hebt voor die kleinsten der schepping. Prachtig beschreven in poëzie door Guido Gezelle. Maar nog blijer ben ik dat je dit meegeeft aan je kinderen. Live deelt, als het ware.
Veel beter dan eender welk computerspelletje: de gracht kant is een wereld op zichzelf maar welke kinderen gaan hier nog op ontdekkingstocht? Tenzij papa en/of mama hierover vertelt en hun fantasie prikkelt. En wat ze op die manier leren vergeten ze nooit!
En dat, beste Alex, is opvoeden, in de ruimste zin van het woord. En ik denk, zoals ik jou en je vrouwtje ken, dat deze manier van opvoeden bij jullie ingeburgerd is. Keep up the good work!
Dank je voor je reactie maat, en na de pandemie drinken we er een groot glas op! Afgesproken!!!
Zjiet…. Die naam heb ik zelf verzonnen wij kregen les van de nonnekes….als je die beestjes in een glazen Potten deed dokendie onder en namen dan een luchtbel mee…koddig om te zien….ze leken dan echt op de nonnen van de school….zuster Marie Marc onder andere…. Vandaar
Groetjes Willy
Wist ik niet! Ongelooflijk hoor, want zo geraken er woorden in het woordenboek! Spijtig dat ik dat niet eerder wist want dan zou ik je zeker geciteerd hebben.
Dank je wel enne… genees maar gauw maar niet té gauw want ik merk dat je je leesachterstand aan het inhalen bent. Daar ben ik fier op!
Dank je wel broertje.