Herfst

Buiten in mijn Windstraatje waait de herfstwind onvermoeibaar en doet mijn straatnaam alle eer aan.

Herfst.

Toen ik een aantal weken geleden een mooie nazomer, een Indian Summer, mocht beleven in Schotland, kon ik nog genieten van de prachtige verkleuringen van bomen, planten en struiken waar Schotland nog vol van staat. De start van een mooi seizoen, volgens mij het mooiste. Zelfs de “Herfst” van Vivaldi’s “Vier Jaargetijden” treft mij het diepst.

En met die wind blaast er, zoals vaker, een liedje door mijn kop. One Way Wind van “The Cats”! (Vakkundig vermoord door Dana Winner in “Westenwind”)

You said some winds blow for ever and I didn’t understand…
But you saw my eyes were asking and smiling you took my hand!
So we walked along de seaside where trees grow just one way
Pointing out that one direction that the wind blows day after day!

(Vrije vertaling:
Jij zei dat sommige winden eeuwig duren maar ik begreep het niet
Je zag de vraag in mijn ogen en lachend nam je mijn hand!
Dus wandelden we langs de rand van de zee waar de bomen in één richting groeien
En je toonde mij die richting waaruit de wind komt, dag na dag!)

Ik hou van de herfst, meer dan ik ooit zal toegeven. Mijn wandelingen op donderdagmorgen met Zanel (de hond van Anna-Simone) zijn onderdompelingen in gevoelens van heimwee en van herinneringen aan wat ooit was en nooit meer zal zijn. Aan de fouten die ik maakte, aan de vrienden die ik verloor.

De natuur is op zijn best nu. De bossen geuren naar stervende populieren-  en berkenbladeren. Onmiskenbaar in de mooiste kleuren. En de spinnenwebben laten me alert stappen over de koude en vochtige bospaadjes.

Héérlijk zijn de kleuren, zelfs voor mijn gedeeltelijk kleurenblinde ogen.

De dennen strooien met hun eikels en de kastanjebomen kreunen onder de last van hun vruchten die pijnlijke stekels op hun basten boetseren.

Ik herinner me nog de “lei en griffel” waarop we, in de lagere school, het begrip “ouden van dagen” definieerden, zonder te beseffen dat wijzelf morgen zover zouden zijn. Later, met inkt en pen, werden we “bejaarden” of “mensen van de derde leeftijd”.

Nu, op onze smartphone, zijn we “senioren”. Een beangstigende eretitel.

En ik voel me moe! Najaarsmoe?

Soms heb ik zin om de hele dag in mijn nest te blijven liggen, cocoonen in de nacht-warme dekens en doordromen over de dood die onzichtbaar tussen de bomen zijn werk doet en de levenloze en verroeste bladeren op hun rug laat liggen overgaan tot compost. De donkere kraaien en de gruweleksters, die onvermoeibare duivelse voortekens van… ja van wat? Van een nakende kerst? Zonder sneeuw! Alleen op oubollig oude kaarten met huisjes onder de poedersuiker zijjn kinderen met slee tussen witte sparrenbomen op weg naar een middernachtmis om 19 uur?

Heb je ook al meegemaakt dat je iemand tegenkwam die je goed gekend hebt maar nu al decennia lang niet zag? En dat je daarbij dacht “God! Wat is die oud geworden zeg?”

Besef dan dat die persoon misschien wel jonger is dan jij nu bent en jij dezelfde gedachten bij hem of haar teweegbrengt.

Ik durf niet eens meer vragen “Hoe gaat het met je?”

Enerzijds bang dat die persoon mijn stukje over “Hoesist” gelezen heeft en anderzijds bang omdat er meestal een hele medische litanie volgt waar niemand wat aan heeft. Erg hé! Ik had zo iemand die een mooie reis ging beschrijven die hij maakte maar toen verviel in een tirade over de gevolgen van eten en drinken in het buitenland op zijn darmen, met een hypergevoeligheid die verplaatsingen ver van het WC onmogelijk maakten.

Erger nog zijn de seniorengesprekken over stervensbegeleiding en over palliatieve zorgen die recht evenredig zouden zijn aan de grootte van je spaarboek.

Rustige oude dag?

Ach, wat nog niet is kan nog komen.

Erger is de vrouw die zei: Ik leef al zolang ik getrouwd ben in de herfst! Ik word elke morgen wakker met een eikel naast mij in bed!

Ze zeggen dat de herfst het seizoen is van de eikels, maar ik kom ze het hele jaar tegen!

En toen de meester in september vroeg om de jaargetijden op te noemen was het antwoord: lente, herfst en winter! En de meester vroeg: En waar blijft de zomer?

Het antwoord: Dat weet ik ook niet!

Groetjes vanuit mijn hartje dat beseft dat ook mijn leeftijd vergeleken kan worden met de herfst van ons leven;

vanuit mijn zieltje dat verheugd verder kijkt en hoopt dat er nog een mooie winter zal volgen

en vanuit mijn buikje dat zich van al die mijmeringen niets aantrekt en mij nu laat voelen dat het tijd is, hoog tijd, voor een pastisje.

Recente Reakties