MONGOLIË

Vaak heb ik de indruk dat schrijven voor deze “Zjoetjes” een beetje is als het maken van een verslag van mijn leven. Misschien is dat ook wel zo!

Dan mag toch zeker geen stukje over Mongolië ontbreken want ik was afgelopen zomer in het hart van Mongolië en in de hoofdstad Ulaanbaatar.

En dat is slechts een héél klein stukje van dit immense land.

Mijn beurs en mijn leeftijd protesteren tegen verdere exploraties.

Maar wie ben ik om te schrijven over een stukje wereld dat zo mooi is dat alle woorden tekort schieten? Kan ik de weidsheid van de landschappen, de grootsheid van de meren en watervallen, de vriendelijkheid van de mensen, de dieren, de vogels, de immer blauwe luchten beschrijven?

Zou ik niet een Aster Berkhof moeten zijn, een Ernest Claes, om deze klus te klaren.

Ik ben geen Aster Berkhof, geen Ernest Claes. Ik ga het op mijn manier proberen.

Ik heb voor mezelf, en nu dus ook voor jullie, een dagboek bijgehouden tijdens mijn verblijf in Mongolië. Dit dagboek kan iedereen inkijken en lezen met een simpele klik op deze link. Maar ik waarschuw even vooraf dat het erg persoonlijk is en dus ook over de ongemakken van deze reis gaat. Ik was er ziek en heb medische hulp nodig gehad.

Over Mongolië is al veel geschreven, voornamelijk over Djenghis Kahn, de grote heerser. Hij is geboren op het einde van de twaalfde eeuw en hij verenigde de verspreide Mongoolse stammen. Hij stichtte een wereldrijk dat zo groot was dat dit grote rijk nooit in omvang werd geëvenaard. Van China tot aan de Donau werd zijn naam gevreesd.

Geen wonder dat Gjenghis nu nog steeds alom aanwezig is. Standbeelden en schilderijen, gerechten die naar hem genoemd worden, straatnamen, pleinen…

Er is weinig geschiedenis in Mongolië en misschien daarom wordt deze middeleeuwse held nog steeds geëerd.

Veel zal me bijblijven, voor de rest van mijn leven, maar één ding steekt er met kop en schouder bovenuit: de ongelooflijke grootsheid van het landschap en de kleuren van de luchten en de steppe. Toppunt hiervan was voor mij de zonsopgang boven het wondermooie Ugii meer. Nooit heb ik me kleiner gevoeld, nooit nederiger, gevoelig onderworpen aan majesteit Natuur.

Alles ademde toen vrede en stilte, al was ik omringd door honderden schapen, geiten, paarden en yaks. Het deed me goed.

Hetzelfde effect op mij hadden de zwaluwen aan de steile rotswanden bij de Orkhon watervallen. Honderden speelse vogels die hun kroost in kleine nesten in de rotsen bevoorraden. Mooi, met op de achtergrond het gedonder van het vallende water. De natuur in harmonie met het leven, zo tastbaar aanwezig. Ik wist niet dat het nog bestond.

Het hele land geurt zo goed, ik zou haast zeggen neusverdovend, naar wilde tijm en juniperus of jeneverbes. Elke stap in de steppe maakt deze geuren vrij. Je kan er alleen bewonderend je neus voor ophalen.

De mensen zijn ook mooi, ook al wordt hun nationaliteit vaak als spotwoord gebruikt. Ze weten dit en ze zijn er treurig door. Mongolen zijn mooie mensen. Mensen met het Down-syndroom ook!

Als je de Mongoolse kinderen ziet smelt je hart. Ze zijn zo… leergierig verwonderd naar de gedragingen van ons, rare westerlingen. Hun leven is hier gevormd naar eeuwenoude nomadentradities. Iedereen helpt iedereen, in het huishouden, met de dieren, met hun nomadische trektochten door de oneindigheid van hun land.

En die hulp kunnen ze gebruiken want de dieren die je hier ziet in een landschap zonder omheiningen kan je, al zou je willen, niet tellen. Paarden, schapen, geiten, kamelen, yaks. Ik denk dat ik in veelvouden van duizend moet spreken of eerder van tienduizend. Allemaal in één oogopslag. En de vogels, arenden en wouwen bijvoorbeeld, ze cirkelen hoog boven het landschap op onzichtbare thermieken, op zoek naar prooi.

Ik was in midden Mongolië in hoogzomertijd maar het is een bar land met barre winters die vaak acht, negen maanden duren met temperaturen ver onder het vriespunt.

Dan is de melk van de yaks en de paarden een overlevingsbron. De vrouwen maken er van alles van. Lekkernijen voor henzelf, voor ons niet zo!

Zo is er bijvoorbeeld hun “Arach”. Een drank van gefermenteerde paardenmelk met laag alcoholgehalte die zij graag drinken. Ik was er geen liefhebber van. Wel van hun bier: Gobi-Gold. Ze zouden zelfs hier in ons bierland succes hebben met dit drankje.

Wat Mongolië, voor mij althans, bijzonder maakt is het feit dat ze geen discriminatie kennen. Vrouwen bijvoorbeeld zijn er de dragers van de maatschappij. Volgens de wetten van Djenghis Kahn zijn het de vrouwen die organisatietalent en leiderscapaciteiten hebben. Bovendien geven zijn het leven door en de kennis en de tradities van hun mooie land gaan via de vrouwen naar de volgende generaties. De mannen hebben de spieren en de kracht. Zij bedwingen de dieren en de natuur.

Op de kerkhoven liggen moslims en boeddhisten broederlijk naast elkaar begraven , tussen Christenen en ongelovigen. Geen onderscheid van kleur en ras, geen minderwaardigheid van afkomst of sekse. Ideale wereld? Ik denk het wel. Gedeeltelijk!

Tot slot wil ik hun sporten even bespreken. Het zijn uitgelezen ruiters, van kindsaf aan. Het is niet te geloven tot welke snelheden zij hun kleine paardjes kunnen opzwepen. Andere sporten? Worstelen en boogschieten zeer zeker, allemaal uit de tradities van de twaalfde eeuw. Ook “anckelbone shooting” maar daarover kan je meer lezen in de link hieronder, in mijn dagboek van deze opmerkelijke reis.

Iemand vroeg me of de mensen in Mongolië rijk zijn of juist arm.

Moeilijk om daarop te antwoorden? Eigenlijk niet want in hun harten zijn ze veel en veel rijker dan de rijkste westerling maar in hun portemonnee niet omdat ze geen honderden paarden, geiten, schapen, yaks, kamelen in een beurs kunnen stoppen.

Zij kunnen dat wel! In hun hart!

Groetjes vanuit mijn ziel dat de wetenschap betreurt dat ik waarschijnlijk nooit nog getuige zal zijn van zoveel pure schoonheid, zoveel zuiverheid…

vanuit mijn hart dat verloren is aan de schoonheid van deze mensen, van hun tradities en gewoontes, van hun fysieke kundes en grootheden

en vanuit mijn buik die vaak rumoerig protesteerde tegen de arach drankjes en de sobere lunches die we voorgezet kregen maar dan toch, nog vaker, verrukt was over de avondmalen en de culinaire uitspattingen in de hoofdstad.

Dank je wel Mario voor deze reis, voor je gidswerk, voor de karaoke, voor je vriendschap. Jij zit in mijn hart.

Dank je wel Buyaana voor het meer dan voortreffelijke gidsen. Hopelijk zien we je terug op de YingYing Travel dagen op het eerste weekend van januari in Geel.

Dank je wel Nomin voor de organisatie. Het was kundig samengesteld en het afsluitend feest in het “Blue Ski Hotel” in Ulaanbaatar was memorabel.

Dank jullie wel, beste reisgenoten, al was ik niet altijd op mijn best, niet de persoon die ik normaal wel ben.

Recente Reakties