ENGELSE WALS IN C GROOT
Soms schrijf ik weleens liedjes, autobiografisch, over de dingen die mijn ziel beroeren, mijn leven veranderen, gemoedstoestanden … Zeker moeten de onderwerpen mij raken. Hét onderwerp dat zeker aan al deze criteria voldoet is de dementie van mijn moeder. 97 is ze inmiddels geworden, de schat, en ze woont nu in een zorgcentrum, niet ver van mij. De kwantiteit van dagen heeft ze gekregen, en krijgt ze nog steeds, maar de kwaliteit is nu al een paar jaar ver te zoeken. Niet dat er veel klachten zijn over haar verzorging, maar als één van ons, haar kinderen, er iedere dag komt, dan ga je de routines zien en de zucht naar gemak, eigen aan iedere mens. Geen verwijten!!!
We berusten nu in haar lot en bidden …
In het begin van haar dementie en opname was ze nog goed aanspreekbaar en daardoor dikwijls rebels. Hoe vaak zijn we niet gekwetst naar huis gereden, machteloos met onze leugens om bestwil en zonder oplossingen. Dat heeft mij héél erg geraakt én getekend. Het liedje dat hierdoor ontstond zal zeker geen top tien halen …
… Moederke, moederke, waar ben je heen ?
Je verloren gedachten maken dat ik ween …
…
Tranen van spijt waren het, tranen van onbegrip, tranen van machteloosheid …
Noch Pa, noch haar latere vriend Eduard, beiden overleden, aanhoorden onze gebeden en laten haar zwanengang voort duren… al hoopten wij allen op een waardig en snel afscheid.
…
… Schuin en verkommerd, tussen je vrienden,
Om ook ons leven stil te verlaten,
Stil te verlaten !!! …
…
Inmiddels werden de dagen maanden en de maanden jaren en weten we dat ze sterk genoeg is en vlotjes de 100 haalt. Maar hoe? Hoe mensonwaardig is haar leven geworden; hoe lang houdt ze, houden wij nog vol ???
…
… En al doet het vaak pijn,
Toch willen we bij jou zijn.
Misschien om wat terug te geven
Van wat we klein aan liefs mochten beleven …
…
Herinneringen vervagen, foto’s worden onherkenbare prenten, woorden toonloos en zonder zinnige duiding, TV onzichtbaar, de tijd die haar verzorging van ons vraagt eindeloos.
Bovenal doet het pijn om je moeder en met haar de hele afdeling waar ze haar dagen doorbrengt, te zien achteruit deemsteren. Anna, de goedlachse, Rini de huilebak zo kort geleden opgenomen, Jeanneke in ijzige stilte, Frans de slaper maar vriendelijk als je zijn aandacht krijgt, Clodine de Française zo krom dat het pijn doet ernaar te kijken, Sjareltje die niet wil geholpen worden en erop slaat als je aandringt, Zeva met scheldwoorden en los gebit, Katrientje berustend alsof ze weet dat ze niet naar huis gaat al hebben ze het beloofd. Dit zijn moeders tafelgenoten, van de andere tafel ken ik alleen de “oudgedienden”: Maria de helpende engel, Julia de biddende engel, Rita de stelende engel … Hoe lang nog ? De oogkleppen, vereist onderdeel voor bezoekers van de afdeling die ons moederke huisvest, worden dun.
…
… Wil je dat het einde lacht?
Onbaatzuchtig en zonneklaar!
Het is omdat wij weten dat …
Ginds de liefde wacht! Ginds de liefde wacht! …
…
De onmogelijkheid om haar te laten lachen, met haar te converseren, herinneringen zoet als honing op te halen, onze geschiedenissen te herleven, beroep te kunnen doen op haar overleveringsverhalen die wij vergaten, het doet pijn. Hoe lang houdt ze het nog vol? Hoe lang houden wij nog vol?
…
… Wil je met me dansen?
Wil je met me dansen?
Steek dan wat geld in de juke-box !!! …
…
Het slot van mijn liedje is avers, maar het zijn de woorden die ons beiden nog aan het lachen maakten toen wij allen dachten dat dementie misschien overgaat.
Idioten … Wij wassen onze ziel met stilte.
Groetjes vanuit mijn muzikaal hartje, mijn getormenteerd zieltje en mijn hongerig buikje want ma’s kookkunsten waren onovertroffen!!!
Een traan wegpinkend… allee, zeg maar een fatsoenlijke huilbui. Je woorden dragen de gevoelens van machteloosheid recht naar ons hart.
Ik hou me vast. Ik haar hand. Zij de mijne, of is het zijne?
Lieve lieve lieve…
Oma.